oktober 2025

Een aantal weken geleden heb ik in een van de kerkdiensten al eens iets verteld van het indrukwekkende verhaal van de Duitse schrijver en lieddichter Jochen Klepper, geboren in 1903. Het bijzondere van Klepper is dat hij zijn geloof niet alleen heel sterk doorleefde en daar blijk van gaf in liedteksten en zijn dagboeken, die na zijn dood werden gepubliceerd. Maar zijn geloofsvertrouwen is ook daadwerkelijk in zijn levensloop gebleken:

Jochen Klepper was in 1931 getrouwd met Johanna Stein, een weduwe met twee dochters: Brigitte van 11 en Renate van 9. Zij waren Joods. De opkomst van het Nationaal Socialisme heeft voor het gezin Klepper dan ook grote gevolgen. Jochen wordt in 1933 vanwege zijn huwelijk ontslagen als journalist en korte tijd later ook van zijn werk bij een uitgeverij. Dankzij zijn zelfstandige werk als schrijver houdt hij toch enig inkomen. Later, onder de toenemende dreiging tegen Joden lukt het de oudste dochter Brigitte in 1939 naar Engeland te emigreren. Vanaf 1940 proberen ze van alles om ook de tweede dochter Renate het land uit te krijgen, maar dat lukt niet meer.

Op 5 december 1942 krijgen Johanna en Jochen het bericht dat Brigitte en haar man een dochtertje hebben gekregen. Ze zijn grootouders geworden. In zijn dagboek schrijft Jochen daarover: ‘Wat is het pijnlijk dat we ervoor moeten danken dat het kind niet in Duitsland, het Duitsland van dit verschrikkelijke heden, geboren is.’
Maar precies dezelfde periode in december 1942 ontvangen ze een deportatiebevel voor Renate. Nu het lot van deportatie onvermijdelijk is geworden. besluiten ze als gezin, na een diepe geestelijke strijd, om zichzelf gezamenlijk om het leven te brengen. Op 10 december 1942 schrijft Jochen in zijn dagboek: ‘Wij sterven nu – ach, ook dat hebben we bij God neergelegd. Wij gaan vannacht samen de dood in. Boven ons staat in de laatste uren het beeld van de zegenende Christus, die voor ons strijdt. Met deze aanblik eindigt ons leven.

Als je dat weet, is Nun sich das Herz von allem löste een van Kleppers meest indringende en ontroerende liederen. Hij schreef het voor zijn dochter Renate op 29 augustus 1940, de dag waarop zij werd opgeroepen tot dwangarbeid. Met de wetenschap van de keuze die zij ruim twee jaar later maken, is het helemaal een lied dat grote indruk maakt. Ik vermoed woorden waar anderen ook troost en vertrouwen aan kunnen ontlenen, zeker waar het gaat om het levenseinde. Het lied is gelukkig ook in ons liedboek terechtgekomen, in een vertaling van Sytze de Vries als lied 947. Het is geen lied dat zomaar in een doorsnee kerkdienst past. Juist daarom deel ik het nu graag hier met u:

Wanneer mijn hart vaarwel moet zeggen

1. Wanneer mijn hart vaarwel moet zeggen
en loslaat wat het leven bood,
kom, Geest, uw zegen op mij leggen,
verzeker mij: Gods trouw blijft groot.

2. Wanneer mijn hart nu moet aanvaarden
wat mij het lot te dragen geeft,
kom, Christus, kom en wis mijn tranen,
als ik mij aan U overgeef.

3 .Wanneer mijn hart, tot U geheven,
het thuis herkent, dat Gij ons biedt,
blijf, Vader, mij met licht omgeven,
en al mijn klagen wordt een lied.

ds. Jelbert Versteeg